De strijd tegen overgewicht: een integrale aanpak

 

Overgewicht en obesitas zijn wereldwijd groeiende problemen en ook in Nederland zijn de cijfers alarmerend. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) was de helft van de volwassen Nederlanders in 2023 te zwaar. Hiervan had 35% matig overgewicht (BMI 25-30) en kampte 16% met obesitas (BMI > 30). De harde werkelijkheid is dat obesitas de afgelopen 40 jaar verdrievoudigd is! Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) voorspelt dat het percentage overgewicht zal gaan oplopen tot 64% in 2050. De oorzaak van overgewicht en obesitas is multifactorieel. Gelukkig is de kennis over deze problematiek de afgelopen jaren ook enorm toegenomen. Als deze kennis integraal en multidisciplinair wordt toegepast, dan kan er heel wat worden bereikt.

Integrale_aanpak_overgewicht

Oorzaken

Overgewicht ontstaat niet alleen door een teveel aan calorieën of te weinig beweging. Het is vaak een samenspel van factoren die onder te verdelen zijn in de categorieën: leefstijl, sociaal economisch, psychisch, medicamenteus, hormonaal, hypothalaam en genetisch. Als gezondheidsprofessional is het van belang om het gewichtsgerelateerde gezondheidsrisico (combinatie BMI, buikomvang en comorbiditeit) te bepalen en samen met de client te inventariseren welke onderliggende oorzaken, bijdragende en/of in stand houdende factoren een rol spelen. Op deze manier wordt duidelijk welke behandelmogelijkheden er zijn en waar de focus op kan komen te liggen.

 

Afbeelding: Factsheet van Richtlijn Overgewicht en obesitas bij volwassenen PON.

Factsheet_Richtlijn_Overgewicht_obesitas

Beïnvloedende factoren

Het lichaam maakt gebruik van verschillende regelsystemen om de homeostase te bewaren. De regulatie van de energiebalans wordt mede bepaald door signaalstoffen uit vetweefsel, het maagdarmstelsel, diverse klieren en de hersenen. Bij mensen met overgewicht en obesitas treden er in verschillende systemen veranderingen op waardoor het reguleren van het gewicht nog lastiger wordt.

 

Verstoring van hormonale systemen

Grehline, ook wel het ‘hongerhormoon’ genoemd, wordt normaal gesproken geproduceerd door een lege maag, waardoor de eetlust en de vetopslag toenemen en het energieverbruik vermindert. Bij obesitas werkt dit systeem niet meer zoals het hoort. Ook op het niveau van de leptine en insuline treden veranderingen op. Overmatig (visceraal) vetweefsel leidt tot leptine- en insulineresistentie en laaggradige ontstekingen. De hersenen reageren niet meer adequaat op leptine; het gevoel van verzadiging neemt af en er wordt onnodig meer gegeten. De hoge insulinespiegel bij insulineresistentie belemmert de werking en de gevoeligheid van leptine en ghreline nog eens extra. De vicieuze cirkel is een feit.

Behalve bovengenoemde hormonale veranderingen, is het beloningssysteem in het brein van mensen met obesitas ook verstoord geraakt. Door een verminderde dopamine-afgifte in het striatum, moet er meer gegeten worden dan mensen met een gezond gewicht om hetzelfde gevoel van beloning te ervaren. Daarnaast valt de natuurlijke rem op de hypothalamus en de HPA-as weg door een overactieve amygdala. Dit geeft behalve een verhoging van de cortisolspiegel ook een verstoring in de neurotransmitterbalans. Niet zelden kampen mensen met obesitas daarom met vermoeidheid, gebrek aan motivatie, neerslachtigheid en slaapproblemen.

Verstoring darmflora

Een disbalans in het microbioom van de darm - bijvoorbeeld door medicatie, stress en een ongezond voedingspatroon met weinig vezels – kan een aanzienlijke invloed hebben op de regulatie van het lichaamsgewicht. Zo dragen sommige bacteriën bij aan een verhoogde energieopname uit de voeding en hebben bepaalde metabolieten van bacteriën direct invloed op de vetopslag, insulinegevoeligheid en ontstekingsniveaus in het lichaam. Het darm microbioom communiceert ook met de hersenen via de darm-hersen-as, waardoor stemming en eetlust beïnvloed worden. 

 

Sedentaire leefstijl, stress en slaaptekort

Inactiviteit leidt tot een daling van het basaalmetabolisme door een verandering van de lichaamssamenstelling (afname spiermassa, toename vetmassa). Daarnaast treden er ook hormonale veranderingen op; de leptine- en insulinegevoeligheid nemen af met als gevolg dat de eetlust gestimuleerd wordt en de vetopslag toeneemt.

 

Chronische stress verhoogt de cortisolspiegel, wat kan leiden tot een toename van de vetopslag, met name rond de buik. Een tekort aan slaap heeft ook een negatieve invloed op verschillende fysiologische processen. Zo raakt de balans tussen grehline en leptine verstoort en wordt het lichaam ongevoeliger voor insuline.

Gezonde_voeding_ondersteunende_kruiden

Integrale aanpak

Zoals eerder aangegeven worden overgewicht en obesitas veroorzaakt door een complex samenspel van factoren en is de oplossing niet eenvoudig. Leefstijlinterventies zoals het aanleren en volhouden van gezond eet- en beweeggedrag, stressmanagement, slaaptraining en mentale coaching vormen de basis. Voedingssupplementen kunnen een waardevolle bijdrage leveren aan het managen van het lichaamsgewicht en als aanvulling op de behandeling worden ingezet, zonder de fundamentele pijlers van een gezonde leefstijl uit het oog te verliezen.

 

Een aantal kruiden en voedingsstoffen die ondersteuning kunnen bieden bij overgewicht en obesitas:

  1. Caralluma fimbriata
    Een vetplant afkomstig uit India die traditioneel wordt gebruikt als eetlustremmer. Het actieve bestanddeel wordt vermoedelijk gevormd door pregnan glycosiden, die mogelijk invloed hebben op de hypothalamus. De hypothalamus reguleert eetlust, door deze activiteit kan Caralluma fimbriata eetlust remmen en calorie-inname verminderen. Daarnaast zou het de vorming van vetophopingen kunnen remmen door enzymen te beïnvloeden die betrokken zijn bij de vetopslag.

  2. Garcinia cambogia
    Het belangrijkste actieve ingrediënt in Garcinia cambogia is hydroxycitroenzuur (HCA). HCA remt het enzym citraatlyase, dat een rol speelt in de synthese van vetzuren uit koolhydraten. Door deze remming kan de vetopslag worden verminderd en kunnen koolhydraten worden omgezet in energie in plaats van vet. Deze stof draagt bij aan gewichtsbeheersing, vermindering van het hongergevoel en vermindering van vetopslag.

  3. Gymnema sylvestre
    Bevat gymnemazuren, die de zoete smaak van suiker kunnen verminderen door de smaakreceptoren op de tong te blokkeren. Hierdoor kan Gymnema sylvestre helpen bij het verminderen van trek in zoetigheid. Daarnaast zou het de bloedsuikerspiegel kunnen stabiliseren en de insulinegevoeligheid verbeteren, wat overeten als gevolg van bloedsuikerschommelingen kan voorkomen.

  4. Trigonella foenum-graecum (Fenegriek)
    De zaden van fenegriek zijn rijk aan vezels, met name galactomannan, dat water absorbeert en in de maag opzwelt. Dit kan een vol gevoel geven en de eetlust onderdrukken. Bovendien kan het de opname van vetten en suikers in de darmen vertragen.

  5. Chroom
    Het spoorelement chroom oefent via verschillende mechanismen een positieve invloed uit eetgedrag, eetlust en energiebalans, waardoor het een waardevolle ondersteuning kan bieden bij gewichtsbeheersing. Het verbetert de insulinegevoeligheid, zowel perifeer als centraal, het verhoogt de serotonine activiteit en het moduleert dopamine signalen. Door de regulatie van deze neurotransmitters neemt het hongergevoel af, het verzadigingsgevoel toe en krijg je een betere controle over beloningsgestuurd eetgedrag.